Huisvredebreuk of lokaalvredebreuk: zo herkent en handelt u correct bij onrechtmatige aanwezigheid
Iedere organisatie die te maken heeft met gebouwen – van kantoren en winkelcentra tot overheidsinstellingen – krijgt vroeg of laat te maken met ongenode gasten, demonstranten of personen die overlast veroorzaken en het pand moeten verlaten. Op zo’n moment is het cruciaal dat u weet hoe juist en binnen de wet te handelen. Daarom is het belangrijk om te weten of er in zo’n situatie sprake is van huisvredebreuk of van lokaalvredebreuk. Wie dit verschil niet goed toepast, loopt het risico een vordering of aanhouding te doen die juridisch niet correct is. Centurion deelt deze kennis bewust, zodat iedereen in en rondom een gebouw (óók onze beveiligers en (security) hosts) weet wat te doen in een dergelijke situatie. In dit artikel leggen we dit onderwerp stap voor stap aan je uit.
Het juridische verschil: besloten of openbaar?
De twee artikelen huisvredebreuk (artikel 138 SR ) en lokaalvredebreuk (artikel 139 SR ) uit het Wetboek van Strafrecht worden geregeld met elkaar verward. De verwarring zit hem vooral in de juiste inschatting en hoe correct te handelen wanneer één of meerdere personen onbevoegd aanwezig zijn in of om een gebouw of terrein.
● Artikel 138 – Huisvredebreuk Dit artikel beschrijft de situatie waarin iemand zonder toestemming in een woning, besloten lokaal of op een erf is dat in gebruik is bij een ander. Ook als iemand daar verblijft en weigert te vertrekken na een verzoek van de bewoner of eigenaar, is er sprake van huisvredebreuk.
Als iemand zich toegang verschaft met middelen zoals braak, valse sleutels of onder dreiging, dan wordt dit zwaarder bestraft. De maximale straf kan oplopen tot twee jaar gevangenisstraf. Lees hier het officiële artikel 138 van Wetboek van Strafrecht »
● Artikel 139 – Lokaalvredebreuk Dit artikel geldt voor ruimtes die bestemd zijn voor de openbare dienst, zoals gemeentehuizen, scholen of overheidsgebouwen. Ook hier is het strafbaar als iemand onbevoegd aanwezig is en na een vordering weigert te vertrekken.
Bij verzwarende omstandigheden, zoals bedreiging of geweld, kan de maximale straf oplopen tot één jaar gevangenisstraf. Lees hier het officiële artikel 139 van Wetboek van Strafrecht »
Een praktijkvoorbeeld maakt het verschil duidelijk: activisten bezetten na
sluitingstijd een universiteitsgebouw. Dat valt onder lokaalvredebreuk. Zouden zij hetzelfde doen in een bankgebouw zoals de ING, dan spreken we van huisvredebreuk. Een verkeerde inschatting door een beveiliger of beheerder kan leiden tot een juridisch ongeldige aanhouding. Daarom is kennis van de locatie én de functie van het gebouw essentieel.
Voorwaarden voor een rechtmatige aanhouding
Bij Centurion werken we met een strikt protocol voor het correct vorderen en – indien nodig – aanhouden van een persoon. Een beveiliger mag iemand pas aanhouden bij wederrechtelijke aanwezigheid – dat wil zeggen: wanneer iemand zich in een gebouw bevindt zonder toestemming van de eigenaar of beheerder, en ondanks een duidelijke vordering toch weigert te vertrekken. Die aanwezigheid is dan pas in strijd met de wet. Om dit juridisch correct te laten verlopen, zijn twee formele vorderingen nodig:
1. Eerste vordering: “U bevindt zich hier zonder toestemming. Namens de eigenaar vorder ik u om dit pand per direct te verlaten.”
2. Tweede vordering (indien de persoon niet vertrekt): “Ik herhaal mijn vordering: u dient dit pand nu te verlaten. Als u dat weigert, wordt u aangehouden en overgedragen aan de politie.”
Als de persoon vervolgens blijft, is zijn aanwezigheid wederrechtelijk – hij is daar tegen de wil van de rechthebbende. Op zo’n moment mag een burger, en dus ook een beveiliger, iemand op heterdaad aanhouden. Bij Centurion wordt in dat geval altijd direct de politie ingeschakeld voor verdere afhandeling.
Een misverstand dat we in de praktijk weleens zien is dat er een ‘gebiedsverbod’ of ‘ontzegging’ wordt gegeven, maar op verkeerde gronden. Wanneer dit niet op de juiste wetstoepassing gebaseerd is, is zo’n verbod juridisch niet gegrond.
De Centurion-beveiliger fungeert in dit soort situaties als verlengstuk van de rechthebbende en moet dus goed geïnstrueerd worden door opdrachtgever of beheerder over wanneer en op basis van welke grond er gevorderd dient te worden, én welke vorm van vredebreuk van toepassing is binnen het betreffende gebouw.
Van receptie tot beveiliging: ieders rol is van belang
Het zijn lang niet altijd de beveiligers die als eerste met overlast of onrechtmatige aanwezigheid te maken krijgen. Ook receptiemedewerkers, hosts of facilitair personeel kunnen de eerste zijn die iemand moeten aanspreken. Daarom is het belangrijk dat ook zij weten hoe te handelen: hoewel iedere burger in theorie iemand op heterdaad mag aanhouden, is het in de praktijk veiliger en verstandiger om dit over te laten aan een getrainde beveiliger. Receptiemedewerkers moeten vooral de juiste signalen herkennen en direct een bevoegde collega inschakelen.
Stel: een persoon blijft na sluitingstijd zitten in de wachtruimte van een gemeentehuis. De receptionist weet dat dit gebouw voor de openbare dienst bestemd is en schakelt vervolgens de beveiligingspartner in. Deze tijdige en juiste inschatting voorkomt fouten en zorgt voor veiligheid voor iedereen in het gebouw.
Idealiter zijn deze gegevens en het protocol voor juist handelen opgenomen in het beveiligingsplan van het betreffende gebouw. Centurion vraagt dit soort gegevens uit, voor aanvang van de samenwerking. Op deze wijze zijn onze collega’s correct geïnformeerd en weten hoe te handelen.